Dit recept komt uit Echt (W)eten, mijn tweede boek dat enkel nog als e-book verkrijgbaar is.
Misosoep
8 cm wakame, geweekt tot zacht, fijn gesneden
4 koppen bronwater of groentenbouillon
½ ui, in dunne halve maantjes gesneden
1 kleine wortel, in dunne schijfjes gesneden
½ kop fijn gensipperde prei
2 el bruine rijstmiso
het sap van de gember die je gebruikt voor de lotusballetjes
2 tot 3 pijpajuin, fijn schuin gesneden
1. Doe het water en de wakame in een pannetje, breng aan de kook.
2. Voeg de groenten toe, leg een deksel op de pot en breng terug aan de kook.
3. Als het kookt, zet het vuur lager en laat nog 5-10 minuten sudderen tot de groenten zacht zijn. Zet het vuur uit.
4. Neem een beetje van het soepvocht, los hierin de miso op.
5. Voeg de opgeloste miso toe aan de soep, alsook het sap uit de uitgeperst gember, laat even `wolken`.
6. Serveer met de pijpajuin en de lotus balletjes
Voor de balletjes (voor 35 balletjes)
340g lotuswortel, geraspt en uitgeknepen (gebruik het sap voor een medicinaal drankje)
2 cm gember, geraspt en uitgeknepen (gebruik het sap voor in de soep)
snuifje kruidenzout
1 el shoyu
1 ½ tl arrowroot
extra arrowroot om te balletjes in te rollen
frituurolie
1. Meng de geraspte en uitgeknepen lotus en gember met wat kruidenzout en shoyu.
2. Voeg de maizena toe, kneed goed.
3. Maak 35 balletjes en rol deze even in de extra arrowroot, alvorensze te frituren tot goudbruin.
4. Serveer in de soep.
TIP: Ik kook vaak 1 tot 2 el witte miso mee in de soep, tegelijk met de groenten. Witte miso bevat niet de waardevolle bacterieen die bruine miso bevat, vandaar dat hij mag meekoken. Maar ik kook `m graag mee, omdat hij de soep een licht-zoete en vollere smaak geeft.
TIP: ga op zoek naar ongepasteuriseerde miso, die heeft namelijk meer waardevolle bacterieën